Oerbossen beschermen is van cruciaal belang
Bossen zijn belangrijk in de strijd tegen klimaatverandering. Bomen halen broeikasgassen uit de lucht en slaan CO₂ op. Vooral de grote regenwouden in Latijns-Amerika, Zuidoost-Azië en Afrika helpen mee om het klimaat op aarde stabiel te houden.
Hoewel het aanplanten van nieuwe bossen vaak wordt gezien als een positieve maatregel, heeft dit vanuit het oogpunt van biodiversiteit slechts een beperkte waarde. Voor het behoud van grote dieren zoals olifanten, katachtigen, apen, en talloze kleinere soorten zoals insecten, vogels, amfibieën en reptielen, is het veel effectiever om bestaande oerbossen en regenwouden te beschermen.
Oerbossen zijn ecologisch veel complexer dan nieuw aangeplante bossen. Dat komt doordat de soorten in deze oorspronkelijke bossen zich samen hebben ontwikkeld tijdens een lange evolutionaire geschiedenis. Hun samenleven zorgt voor belangrijke ecosystemen, die op hun beurt bijdragen aan het reguleren van het klimaat, het zuiveren van water en het in stand houden van vruchtbare bodems.